Haar jeugd stond in het teken van de Franse revolutionaire en napoleontische oorlogen. Nadat de Fransen het Pruisische leger hadden verslagen moest Charlotte met haar familie naar Oost-Pruisen in de hoop daar bescherming te krijgen van tsaar Alexander I van Rusland. Berlijn kwam onder gezag van Napoleon te staan, waardoor Charlotte in Memel opgroeide. De prinses verloor haar moeder al op jonge leeftijd, ze was slechts twaalf jaar oud. Hierdoor was Charlotte, als oudste dochter van de Pruisische koning, al op jonge leeftijd de hoogste vrouw in Pruisen.
In 1814 werd door grootvorst Nicolaas van Rusland (de latere tsaar Nicolaas I) en zijn broer Michaël een bezoek gebracht aan Berlijn. Tijdens dit bezoek werd tussen de families besloten dat Nicolaas zou trouwen met Charlotte. Tijdens een tweede bezoek het jaar daarop werden de twee, precies volgens plan, verliefd op elkaar. Aan het einde van het bezoek waren Nicolaas en Charlotte verloofd. Het duurde echter nog twee jaar voor het huwelijk zou worden voltrokken. Pas in 1817 kwam prinses Charlotte naar Rusland. Om met Nicolaas te kunnen trouwen, moest ze zich eerst bekeren tot de Russisch-Orthodoxe Kerk en nam ze de naam “Alexandra Fjodorovna” aan. Het huwelijk werd vervolgens voltrokken in het Winterpaleis op 13 juli van dat jaar, tevens haar negentiende verjaardag.
Alexandra Fjodorovna had er de eerste maanden veel moeite mee zich aan te passen aan het Russische hof en had veel heimwee naar haar thuisland. Haar eerste jaren in Rusland probeerde Alexandra de Russische taal onder de knie te krijgen. Dit ging echter nogal moeilijk, omdat de leden van keizerlijke familie in het Duits praatten en in het Frans schreven. Ze heeft de taal dan ook nooit volledig geleerd.
Huwde Marie van Hessen-Darmstadt. Werd na de dood van Nicolaas I, tsaar van Rusland. Hij wordt gezien als de laatste grote tsaar, en was vooral in Finland populair. Werd in 1881 vermoord, en opgevolgd door Alexander III.
Werd door haar huwelijk met Karel de koningin van Württemberg. Uit haar huwelijk werden geen kinderen geboren, echter adopteerden Olga en Karel haar nichtje Vera, dochter van Olga's broer Constantijn.
In 1820 werd een doodgeboren dochter geboren en ook in 1823. Op 7 juni1826 werd grootvorstin Elizabeth Nikolajevna geboren. Maar Elizabeth stierf in 1829. Het verlies van haar derde kind bracht Alexandra in een diepe depressie. De dokters adviseerden haar een lange vakantie, waarop Nicolaas haar in de herfst van 1820 meenam naar Berlijn om haar familie te zien. Ze keerden pas weer terug in maart 1825, toen tsaar Alexander I hun daartoe verzocht.
Tsarina van Rusland
De eerste acht jaar van hun huwelijk, toen Nicolaas’ broer Alexander regeerde, waren zeer rustig en het paar genoot dan ook van hun gezinsleven. Ze hielden er geen rekening mee dat zij ooit de Russische troon zouden bestijgen. Alexander had echter twee dochtertjes, die beide jong stierven. Bovendien zag grootvorst Constantijn in 1822 af van zijn rechten op de troon, waardoor Nicolaas de troonopvolger werd. Alexander stierf uiteindelijk in 1825, waardoor Nicolaas de troon besteeg als tsaar Nicolaas I van Rusland en Alexandra tsarina werd.
In 1844 kreeg het tsarenpaar een grote klap te verduren, toen hun dochter Alexandra overleed. De gezondheid van de tsarina, die altijd al slecht was geweest ging steeds meer achteruit. Ze zag er jaren ouder uit en verloor veel gewicht.
Ondanks het gelukkige huwelijk van Alexandra en Nicolaas, is hij haar niet altijd trouw geweest. Toen artsen Alexandra haar vanwege haar zwakke gezondheid in 1845 adviseerden een paar maanden in Palermo te verblijven, ging zij samen met haar echtgenoot Nicolaas. Daar begon hij een relatie met Barbara Nelidova, een hofdame van Alexandra. De tsarina zelf was van dit alles op de hoogte en was in het begin vooral jaloers. Later accepteerde ze het idee en kreeg zelfs een goede band met zijn minnares.
In 1837 brachten Nicolaas en Alexandra een bezoek aan de Krim, gelegen in het zuiden van Rusland, in de hoop dat het haar gezondheid goed zou doen. Daar liet de tsaar een paleis bouwen voor zijn vrouw, dat zij echter maar één keer, in 1852, bezocht. Het jaar daarop begon namelijk de Krimoorlog. In 1854 ging de tsarina zo snel achteruit, dat men vreesde voor haar leven. Ze knapte echter op en wist zelfs haar man te overleven. Nicolaas liep de griep op en overleed daaraan in februari 1855.
Oud-tsarina
Alexandra leefde vervolgens nog vijf jaar. Ze trok zich terug in het Alexanderpaleis in Tsarskoje Selo, terwijl ze nog altijd goed overweg kon met de minnares van haar echtgenoot. Vanwege haar slechte gezondheid was de oud-tsarina regelmatig genoodzaakt naar het buitenland te reizen om de Russische winters te ontlopen. Alexandra verlangde er echter naar om in haar thuisland te blijven en weigerde in 1860 naar het zuiden te reizen, ondanks de waarschuwingen van haar artsen. Ze stierf in november in het Alexanderpaleis.