Een endoreïsch bekken, ook wel gesloten bekken genoemd, is een bekken dat niet afwatert in een zee of oceaan. Endoreïsche bekkens worden overal begrensd door waterscheidingen. Alle afwateringsstromen van de omringende topografisch hoger gelegen delen komen uit in het endoreïsch bekken. Ook ondergrondse stromingen door permeabele (doorlatende) gesteenten komen in het bekken terecht. De enige manier waarop neerslag die in een endoreïsch bekken valt, dat bekken kan verlaten, is door verdamping. Endoreïsche bekkens worden ook wel interne drainage-systemen genoemd.[1] Door deze verdamping is er in het diepste punt vaak een zoutmeer, of, als dat opgedroogd is, een zoutvlakte.
Naamgeving
Het woord "endoreïsch" is afgeleid van de Griekse woorden endo, "binnen, intern" en rhein, dat "stromen" betekent.
Voorkomen
Hoewel endoreïsche bekkens in elk klimaat kunnen voorkomen, zijn ze meestal gerelateerd aan aride omstandigheden. Door de weinige neerslag in deze klimaten wordt de kans op afvloeiing naar de oceanen verkleind en vindt er alleen drainage plaats in het endoreïsche bekken. Gebieden die omringd worden door gebergten, maar toch redelijk veel neerslag ontvangen, kunnen door hun topografische ligging ook endoreïsche bekkens vormen. Dit is het geval op grote landmassa's als Centraal-Azië.
Een van de grootste endoreïsche bekkens is de Kaspische Zee (en de omringende Kaspische Laagte). De Kaspische Zee is tevens het grootste meer (formeel een binnenzee) ter wereld. Dit meer varieert zeer snel van grootte en de kustlijn verandert drastisch zelfs binnen menselijke generaties. Zo varieert het waterniveau van de Kaspische Zee met wel enkele tientallen centimeters per jaar.[2]
In de vrij recente geologische geschiedenis zijn bijvoorbeeld de Zwarte Zee en de Middellandse Zee endoreïsche bekkens geweest. De Middellandse Zee was een afgesloten bekken tijdens de zogenaamde Messiniaanse Crisis (MESS), een periode tijdens het laat-Mioceen waarin de Middellandse Zee geen zeewater ontving van de Atlantische Oceaan doordat zich op de plaats van de Straat van Gibraltar een landbrug tussen Europa en Afrika bevond. Deze situatie duurde van ongeveer 5,6 tot 5,33 Ma (= miljoen jaar).[3] Ook het voorheen met de Atlantische Oceaan en tegenwoordig met de Middellandse Zee verbonden Ebrobekken kende een langdurige status als endoreïsch bekken; vanaf het Priabonien tot het laat-Mioceen was dit bekken niet verbonden met zeeën of oceanen.[4]
Endoreïsche bekkens ontstaan als er geen afvloeiing naar zee plaatsvindt. Dit komt door de combinatie van eerder genoemde factoren, maar klimaat is een belangrijke factor. In woestijnen is de netto instroom van water laag en de verdamping hoog. Hierdoor ontwikkelen zich geen grote drainage-systemen, ondanks de plotselinge rivierstromen die zich in dit soort klimaten kunnen ontwikkelen, een voorbeeld hiervan zijn de wadi's. Door de verdamping van (soms zout) water ontstaan evaporiet-afzettingen in de bekkens. Mineralen die zich in het gesteente of in het oppervlaktewater bevinden, slaan neer en vormen zo impermeabele (ondoordringbare) lagen. Dit zorgt ervoor dat verdere afvloeiing van water gestopt wordt. Deze doorgaans zeer vlakke gebieden kennen we als zoutmeren. Bekend zijn de zoutmeren van Utah en Australië, maar ook op Cyprus bevindt zich het Zoutmeer van Larnaca. Binnen de geologie worden deze afzettingen playa's genoemd. Heden ten dage worden deze gebieden vaak gebruikt als testterrein voor vliegtuigen of om snelheidsrecords op het land op te bereiken.
Endoreïsche bekkens en meren
Belangrijke endoreïsche bekkens op Aarde. De complete bekkens zijn met cyaan aangegeven, de endoreïsche meren die zich daarin gevormd hebben met blauw.
Het Aralmeer, waarvan de voedende rivieren zich hebben verplaatst. Hierdoor wordt het meer steeds kleiner door de voortdurende verdamping en het gebrek aan verse instroom.
Een van de weinige endoreïsche meren in een poolwoestijn: het Vidameer op Antarctica blijft vloeibaar doordat de saliniteit zevenmaal zo hoog is als die van zeewater
↑Kroonenberg, Salomon, 2006, De menselijke maat - De Aarde over tienduizend jaar, p. 24-47
↑Robertson, A.H.F., 2000, Tectonic evolution of Cyprus on its easternmost Mediterranean setting.
↑López-Blanco, M. et al., 2000, Tectonic and climatic controls on the development of foreland fan deltas: Montserrat and Sant Llorenç del Munt systems (Middle Eocene, Ebro Basin, NE Spain) in Sedimentary Geology 138, pp. 17-39