Hij speelde vijftien jaar voor BVV als verdedigende middenvelder. In 1948 werd hij met deze club landskampioen. Krijgh kwam driemaal uit voor het Nederlands voetbalelftal; zijn interlanddebuut was tijdens de Olympische Zomerspelen 1948. Deze wedstrijd, in de voorronde tegen Ierland, eindigde in een 3-1-overwinning. Desondanks werd het Nederlandse team in de eerste ronde uitgeschakeld.