Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of ook wel Verdrag van Rome werd in 1957 gesloten. Het was een verdrag waarmee de Europese Economische Gemeenschap (EEG) gevestigd werd, de belangrijkste voorloper van de Europese Unie.
Het verdrag van Rome breidde de economische samenwerking uit tot alle sectoren van de economie. De nadruk lag evenwel lange tijd op een eenvormig stelsel van landbouwsubsidies. Er kwam een tolvrije regio met gemeenschappelijke buitengrenzen, een douane-unie, een uniform gebied zonder binnengrenzen, maar met gemeenschappelijke buitengrenzen voor derden.
De Verdragen van Rome zijn het bovenstaande verdrag ter oprichting van de EEG en het gelijktijdig gesloten verdrag ter oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) bedoeld. Euratom was bedoeld voor het beheer van gemeenschappelijke ontwikkeling van kernenergie (voor vreedzame doeleinden). Euratom fuseerde in 1967 met de EEG en de EGKS tot de Europese Gemeenschappen.
Geschiedenis
Het Verdrag van Rome werd officieel ondertekend op 25 maart 1957 en trad in werking op 1 januari 1958.
Het voorwoord werd geschreven door de Franse (toen nog ambtenaar en schrijver, later ook politicus en diplomaat) Jean-François Deniau die ook betrokken was bij de totstandkoming van het Verdrag van Rome.
Op 22 maart 2007 werd door hoogleraar Europese politiek aan de Universiteit Gent, Hendrik Vos, bekendgemaakt dat de ondertekening van het Verdrag van Rome op 25 maart 1957 eigenlijk op 180 pagina's blanco papier werd gedaan. De onthulling kwam op de vijftigste verjaardag van de ondertekening van het verdrag. In een Vlaamse radio-uitzending maakte de professor bekend dat de periode die voorafging aan de geplande ondertekening nogal hectisch was.
De problemen begonnen al bij het overbrengen van de ruwe teksten per trein van Brussel naar Rome. Achter de passagierstrein hing een goederenwagon waarin alle documenten werden getransporteerd. De Zwitserse spoorwegpolitie vond de goederenwagon verdacht en koppelde de wagon los, aldus Vos. Pas in Italië zou blijken dat het verdrag in Zwitserland was achtergebleven.
De wagon kwam met vertraging aan in Rome, waar de onderhandelaars nog de laatste hand moesten leggen aan de teksten. Dat ging toen nog heel ambachtelijk, zonder computers, en de teksten kwamen niet af.
Tientallen bedienden werden uit Luxemburg overgebracht om mee te werken, maar ook dat bleek niet voldoende. Ten einde raad schakelden de onderhandelaars studenten in die aan de universiteit van Rome studeerden. Maar ook zij vertraagden het proces: ze gingen in staking omdat ze een hogere vergoeding wilden voor hun vertaal- en typewerk, aldus Vos.
De ondertekening van het Verdrag van Rome kon evenwel niet worden uitgesteld. De datum lag vast. De zaal was gereserveerd en er was een receptie gepland. De tekst belandde uiteindelijk op het nippertje bij de drukker, maar hij miste de streefdatum. Op de plechtige ceremonie werden geen echte teksten maar blanco bladzijden ondertekend.