De geschiedenis van Verheul, voortgekomen uit een wagenmakerij te Waddinxveen, komt overeen met die van vele andere carrosseriefabrieken. Dirk Verheul, sinds 1900 de eigenaar, begon na de Eerste Wereldoorlog met de bouw van koetswerken. In de jaren dertig was de fabriek uitgegroeid tot een van de grootste op dit gebied in Nederland. Op vele chassismerken werden bussen en vrachtwagens geproduceerd. In het bijzonder werd samengewerkt met het Nederlandse Kromhout.
Vanaf 1958 nam Verheul de gehele bouw van de bedrijfsauto's van Kromhout over. Gebaseerd op de bestaande Kromhoutchassis en -motoren, bracht het bedrijf vanaf 1959 onder de naam Verheul deze wagens op de weg. Tegelijkertijd werd de bedrijfsnaam gewijzigd in N.V. Auto-Industrie Verheul. De vrachtwagens werden geleverd in de vorm van zowel frontstuur- als normaalstuurwagens, trekkers en vrachtwagens in de middelzware en zware klassen. Voorts kon gekozen worden uit een chassis met twee of drie assen, en een AEC of Rolls-Royce-motor.
Daarnaast nam het bedrijf de bouw van complete Kromhout-bussen ter hand, waarbij Kromhout alleen nog de motoren leverde. Aan dit verbond kwam in 1963 een einde, want na de overname van Verheuls andere partner AEC door Leyland ontstond een nauwe samenwerking tussen Verheul en Leyland-Holland in Aalsmeer. Men ging verder onder de naam Leyland Motor Corporation NV.
De Verheul-fabriek werd op 9 december 1970 door brand verwoest. Op deze plek verrees vervolgens de Nederlandse vestiging van British Leyland. De naam Verheul werd niet meer gebruikt en carrosserieën werden niet meer gebouwd. De bouw van standaard streekbussen werd voortgezet door Den Oudsten te Woerden.
Vestigingen
Een geplande nieuwe fabriek aan de Henegouwerweg in Waddinxveen langs Rijksweg 12 kon door de oorlogsomstandigheden pas na 1945 in gebruik genomen worden. Dit complex stond bekend als fabriek A en diende voor de bouw van grote series autobussen. De oorspronkelijke vestiging aan de Kleikade in Waddinxveen heette voortaan fabriek B en werd ingeschakeld voor de bouw van kleinere aantallen touringcars. Omdat Verheul in de jaren vijftig grote orders kreeg van bussen voor het stads- en streekvervoer, werd op 25 november 1955 in Apeldoorn een nieuwe fabriek C geopend, die echter niet lang heeft bestaan. Deze werd vanaf de overname van Kromhout voornamelijk als vrachtwagenfabriek gebruikt, maar bleek niet het gewenste resultaat te geven. Inclusief de vrachtwagenproductie stopte deze fabriek op 1 november.
Producten
Verheul was een bekende bouwer van vrachtauto's en vooral autobussen. Tientallen jaren hadden veel stadsbussen, streekbussen en touringcars in Nederland een carrosserie van Verheul. Een deel hiervan was gebouwd op een chassis van merken als Kromhout, AEC, MAN, Leyland of DAF, maar ook bouwde men veel zelfdragende carrosserieën met componenten van Kromhout, AEC (zoals de VB10 en VB20) en Leyland (zoals de Holland Coach stadsbus en de Royal Holland Coach streekbus).
In 1966 bouwde Verheul 25 bussen van het type CSA in opdracht van Hainje voor de HTM. In 1967-69 ontwierp en bouwde Verheul een serie van 130 standaard streekbussen van het type Leyland-Verheul LVB668 voor de toen nog bij NS en later bij de ESO aangesloten busbedrijven. Tot 1988 was dit het standaardmodel voor het Nederlandse streekvervoer, maar Verheul zelf kwam er toen allang niet meer aan te pas.