De hoogte is genoemd naar de stad Valdaj in de oblast Novgorod. De volgende rivieren ontspringen op de Waldajhoogte: Wolga, Dnjepr, Westelijke Dvina, Lovat, Msta, Sjas en de Mologa. De hoogte is rijk aan klei, zandsteen en kalk. De heuvels zijn gemiddeld tussen de 150 en 250 meter hoog; het hoogste punt is 343 meter. Eigenlijk vormen ze een uitloper van de Midden-Russische Rug. Tegelijkertijd zijn ze onderdeel van het veel grotere Russisch Laagland. De Waldajhoogte vormt tevens de waterscheiding tussen het Ilmenmeer en de Wolga.