Om mee te doen aan het Wereldkampioenschap voetbal 2006 moesten de UEFA-landen (Europa) een voorronde spelen. In totaal namen 51 landen deel aan deze WK-kwalificatiereeks. De landenteams werden verdeeld in acht verschillende poules: vijf met zes landen en drie met zeven landen. Gastland Duitsland was automatisch gekwalificeerd en diende geen voorronde te spelen. Een van de nieuwkomers was de voormalige Sovjet-republiekKazachstan, dat in 2002 was overgestapt van de Aziatische voetbalbond (AFC) naar de Europese voetbalbond (UEFA).
Opzet
De ploegen in elke groep spelen tegen elkaar in een minicompetitie. Elk team speelt een uit- en thuiswedstrijd tegen elke andere ploeg uit de groep. De groepswinnaars kwalificeerden zich voor de WK-eindronde. De ploegen die als tweede eindigen worden gerangschikt volgens het aantal behaalde punten. Voor de eerlijkheid worden in de groepen met zeven landen de resultaten tegen de nummer laatst niet in rekening gebracht voor deze rangschikking. De twee beste van deze teams plaatsen zich eveneens rechtstreeks voor het wereldbekertoernooi. De zes andere teams worden uitgeloot om tegen elkaar te spelen in drie wedstrijden. De winnaars van deze heen- en terugwedstrijden kwalificeerden zich ten slotte ook nog voor de eindronde.
De loting voor deze kwalificatie vond plaats op 5 december 2003 in Frankfurt, Duitsland. Bij de loting werden de landen verdeeld in 6 potten, bij de rangschikking werd rekening gehouden met de resultaten van de kwalificatietoernooi van het wereldkampioenschap in 2002 en het Europees kampioenschap 2004. Kazachstan deed aan beide toernooien niet mee en kwam daarom op laagste plek terecht. Vooraf werd tevens bepaald dat Engeland, Frankrijk, Italië en Spanje in een groep met 6 landen terecht zou komen.[1][2]
Dit betekende een kleine wijziging ten opzichte van het Wereldkampioenschap voetbal 2002, waar het totale doelpuntensaldo als eerste criterium gold.
Groepen en wedstrijden
Groep 1
Na het EK in 2004, waarbij het Nederlands Elftal weliswaar de halve finale haalde, maar het spel en de sfeer rond het team onbevredigend was, nam coach Dick Advocaat ontslag.[3] Zijn opvolger werd Marco van Basten, op dat moment trainer van het jeugdteam van Ajax en geen ervaring hebbend als hoofdcoach.[4] Van Basten was de topscorer en grote man van het Nederlands Elftal, dat in 1988 Europees kampioen werd.[5] Nederland onderging een verjongingskuur: spelers als Jaap Stam en Frank de Boer stopten als international,[6] Marco van Basten selecteerde Patrick Kluivert en Clarence Seedorf niet meer.[7] Daar stond tegenover dat een batterij aan debutanten werden geselecteerd, bij een aantal bleek het een eenmalig succes,[8] spelers als Dirk Kuyt en Robin van Persie groeiden later wel uit tot basisspelers. Van Basten was vooral gecharmeerd van de spelers van AZ, in de komende twee jaar zouden negen spelers het Nederlands Elftal halen.[9]
De eerste tegenstander was meteen de grootste concurrent: Tsjechië was op het laatste EK zowel in de kwalificatie als in de eindronde te sterk. Tsjechië kon niet beschikken over zijn sterspeler Pavel Nedved die geblesseerd was geraakt tijdens hetzelfde EK,[10] hij zou later zelfs bedanken voor het nationale team.[11] Bij Nederland ontbrak spits Ruud van Nistelrooij, hij was twee wedstrijden geschorst door de UEFA vanwege zijn kritiek op de scheidsrechter tijdens de halve finale van het EK[12], de eeuwige reservespits Pierre van Hooijdonk was zijn vervanger.[13] Het vernieuwde Nederland had het zwaar tegen Tsjechië,[14] maar door sterk keeperswerk van Edwin van der Sar en twee doelpunten van Van Hooijdonk won Nederland met 2-0.[15] Na een halve misstap tegen Macedonië (2-2) veroverde Nederland de eerste positie van de groep door misstappen van de aanvankelijke koploper Roemenië tegen Tsjechië (1-0 nederlaag) en een 1-1 gelijkspel tegen Armenië.[16]
Voor de uitwedstrijd tegen Roemenië verbaasde van Basten opnieuw door de zojuist bij Ajax gedebuteerde Ryan Babel en Hedwiges Maduro te selecteren.[17] Nederland won met 0-2, beide spelers debuteerden en Babel scoorde zelfs het tweede doelpunt.[18] Ook de thuiswedstrijd werd met 2-0 gewonnen,[19]Mark van Bommel werd snel in de tweede wedstrijd gewisseld. Van Bommel werd niet opgeroepen voor de volgende wedstrijd tegen Finland, omdat hij zijn verdedigende taken niet goed uitvoerde[20] De wedstrijd tegen Roemenië zou altijd een stempel op hun relatie zijn.[21] Nederland had het zwaar tegen Finland, kwam wel op een 1-0 voorsprong dankzij Ruud van Nistelrooy en liep in de tweede helft verder uit (4-0).[22] Met nog vier wedstrijden te spelen behield Nederland één punt voorsprong op Tsjechië, Roemenië stond op grote achterstand met zes punten minder en één wedstrijd meer gespeeld.
Op de negende speeldag maakte Nederland een belangrijke stap richting WK-deelname, zelf boekte het een (moeizame) 0-1 zege in en tegen Armenië,[23] terwijl Tsjechië met 2-0 van Roemenië verloor.[24] Voor het beslissende duel in Praag had Nederland een voorsprong van vier punten, een gelijkspel zou goed genoeg zijn voor plaatsing.[25] Net als een jaar eerder had Tsjechië de overhand, vooral Milan Baros was een plaag voor de Nederlandse verdediging, maar na het derde bijna-strafschop geval, waar Baros bij betrokken was gaf de scheidsrechter een strafschop. Van der Sar stopte de door Tomáš Rosický genomen strafschop, vlak daarna kwam Nederland op voorsprong door een snelle combinatie tussen Arjen Robben en afmaker Rafael van der Vaart. Nog voor rust scoorde Barry Opdam het tweede doelpunt, waarna Nederland zich kwalificeerde voor de eindronde.[26] Tsjechië moest nu de laatste wedstrijd van Finland winnen om Roemenië voor te blijven voor een plaats in de Play-Offs. Tsjechië won met 0-3 in Helsinki en moest in de Play-Offs tegen Noorwegen spelen.[27]
Groep 2 was een zware groep met vier kanshebbers voor kwalificatie: Denemarken, dat zich al vier keer achter elkaar plaatste voor een groot toernooi en op het EK in Portugal goed presteerde, de nummer drie van het laatste WK Turkije, Oekraïne dat zich steeds net niet plaatste voor een groot toernooi en vooral de plotselinge Europese kampioen Griekenland, dat onder de Duitse coach Otto Rehhagel met een defensieve speelstijl de Europese elite verraste.[28]Kazachstan werd voor de eerste keer ingedeeld van de Aziatische naar de Europese zone, een succes werd het niet, het haalde maar één punt in twaalf wedstrijden.[29]
De start van Griekenland was hopeloos, het verloor met 2-1 van Albanië,[30] dat al na tien minuten met 2-0 voor stond en gecoacht werd door de Duitse oud-international Hans-Peter Briegel.[31] De Europese kampioen won pas zijn vierde wedstrijd en had meteen een achterstand in deze groep. Denemarken en Turkije liepen ook al averij op, ze kwamen beiden niet verder dan een gelijkspel tegen Georgië. De koppositie werd voor het kalenderjaar 2004 genomen door Oekraïne, het speelde gelijk tegen Denemarken (uit) en Griekenland (thuis), won in de laatste minuut met 2-1 van Kazachstan door een doelpunt van Roeslan Rotan en nam een voorsprong van vijf punten op Turkije door met 0-3 te winnen, Andrij Sjevtsjenko scoorde twee keer.[32]
Griekenland mocht weer hopen op WK-deelname na een 2-1 zege op Denemarken,[33] de Denen haakten voorlopig af na een volgende nederlaag, tegen koploper Oekraïne. Naaste achtervolgers Griekenland en Turkije speelden de koploper verder in de kaart door in juni doelpuntloos gelijk te spelen.[34] Drie dagen later had De Europese kampioen nog een kans op rechtstreekse kwalificatie in de thuiswedstrijd tegen Oekraïne, maar door een 0-1 overwinning nam Oekraïne een grote voorsprong, na negen wedstrijden was de voorsprong zeven punten op Turkije en acht op Griekenland.[35],[36]
In september werd Oekraïne het eerste Europese land dat zich plaatste voor het WK ondanks puntverlies tegen Georgië.[37] De strijd om de tweede plaats bleef spannend, Denemarken en Turkije speelden gelijk tegen elkaar, hetgeen vooral voordelig leek voor Griekenland.[38] Turkije boekte drie dagen later een noodzakelijke 0-1 zege in Kiev[39] en had nu twee en vier punten voorsprong op respectievelijk Griekenland en Denemarken maar wel een wedstrijd meer gespeeld. Volgende cruciale wedstrijd was Denemarken - Griekenland, Griekenland moest winnen om te voorkomen dat de Europese kampioen thuis bleef.[39] Het ook voor zijn laatste kans strijdende Denemarken won echter dankzij een inschattingsfout van doelman Antonios Nikopolidis[40] en een te defensieve instelling van de Grieken.[41] Het niet spelende Turkije had nu op de laatste speeldag de beste papieren, dankzij een doelpunt van Tümer Metin in de 58e minuut won de ploeg van Albanië en moest nu in de Play Offs afrekenen met Zwitserland.[42]
Het EK eindigde voor Portugal in mineur met een nederlaag in de finale tegen Griekenland, hetgeen een nationaal trauma opleverde.[43] De laatste represanten van de 'Gouden Generatie', die in 1991 wereldkampioen bij de jeugd werden namen afscheid waaronder de vedette Luis Figo,[44] hij kwam een half jaar later hier op terug.[45] In dezelfde periode groeide Christiano Ronaldo uit van groot talent tot superster en Pauleta scoorde veertien doelpunten in deze cyclus, naderde het stokoude topscorersrecord van Eusébio[46] en zal later uitgroeien tot topscorer van Portugal.
Na twee overwinningen verspeelde Portugal twee punten door een 2-0 voorsprong weg te geven tegen dwergstaat Liechtenstein. Het was het eerste punt van Liechtenstein in een WK-kwalificatie wedstrijd.[47] Vier dagen later volgende de eerste overwinning (0-4 in en tegen Luxemburg).[48] Op dezelfde speeldag kleineerde Portugal voornaamste concurrent Rusland met 7-1.[49] Na deze blamage dreigde de net aangetrokken bondscoach Georgi Jartsev zijn ontslag in te dienen, later tijdens de cyclus werd hij alsnog ontslagen.[50] Belangrijkste concurrent van Portugal was nu Slowakije, dat na een 1-1 in Bratislava met 2-0 verslagen werd.[51] Na een doelpuntloos gelijkspel in Moskou kon kwalificatie nauwelijks nog mis gegaan, na een (moeizame) 2-1 overwinning op Liechtenstein was kwalificatie zeker.[52]
De strijd om de tweede plaats ging tussen Slowakije en Rusland, in het begin van de cyclus eindigde de wedstrijd in Moskou in 1-1. De resultaten waren vrijwel identiek, beide landen haalden één punt tegen Portugal en verspeelden beiden twee keer een overwinning tegen voetbaldwergen, Rusland tegen Estland en Letland, Slowakije tegen Liechtenstein en Letland. Het kwam nu aan op het onderlinge duel op de laatste speeldag, Rusland moest winnen, maar het was juist Slowakije dat ten aanval trok, maar dankzij de Russische doelman Igor Akifejev bleef het gelijk[53] Na de zoveelste blamage werd voor de zoveelste keer de bondscoach ontslagen, zijn opvolger werd Guus Hiddink.[54] Slowakije, dat sinds de onafhankelijkheid van hun land telkens op de derde plaats in hun groep eindigde behaalde eindelijk een tweede plaats en mocht in de Play-Offs aantreden tegen Spanje.
Na opnieuw een matig toernooi (EK 2004) vond er een exodus plaats van afscheid nemende spelers bij Frankrijk: basisspelers als Lilian Thuram en record-international Marcel Desailly namen afscheid van les Bleus.[55] De grote vraag was wat de grote leider Zinedine Zidane ging doen. Na lang beraad met de nieuwe bondscoach Raymond Domenech besloot Zidane toch afscheid te nemen van de nationale ploeg.[56] Het behoorlijk gereviseerde team kende een valse start. Alle drie de thuiswedstrijden tegen de voornaamste tegenstanders eindigden in een doelpuntloos gelijkspel, tegen Ierland, Israël en Zwitserland. Drie dagen na de wedstrijd tegen Zwitserland volgde een 1-1 gelijkspel tegen Israël en de crisis was compleet.[57]David Trezeguet scoorde het Franse doelpunt en ontving een rode kaart, waarna Israël in de slotfase gelijk maakte.[58]
Frankrijk werd op de been geholpen door het feit dat ook de andere wedstrijden tussen de drie concurrenten in gelijke spelen eindigden. Opmerkelijk waren de goede prestaties van Israël, dat zich in de Europese zone nooit plaatste voor een eindtoernooi, in juni bleef Israël mee doen om zich te plaatsen door een 2-0 achterstand tegen Ierland goed te maken.[59] Domenec begreep dat het zo liet langer door kon gaan en wist ervoor te zorgen dat Zidane terug keerde in het nationale team.[60], ook Turam en Claude Makelele keerden terug in het nationale team.[61] Met deze ervaren krachten wonnen les Bleus eindelijk een topduel, tegen Ierland won de ploeg met 0-1 door een doelpunt van Thierry Henry.[62]
Op de negende speeldag kon de beslissing vallen, Frankrijk stond lang met 0-1 voor in de uitwedstrijd tegen Zwitserland, maar incasseerde tien minuten voor tijd de gelijkmaker.[63] Het uitgespeelde Israël stond nu bovenaan met 18 punten uit tien wedstrijden, maar kansen op deelname aan de eindronde waren minimaal, Frankrijk en Zwitserland hadden één punt minder, Ierland twee punten minder en kwamen alle drie nog in actie. Frankrijk won met 4-0 van Cyprus en aangezien Zwitserland niet verder kwam dan een doelpuntloos gelijkspel tegen Ierland was Frankrijk geplaatst.[64] Zwitserland en Israël eindigden gelijk in de groep, maar het doelsaldo van Zwitserland was beter; ondanks de goede resultaten (ongeslagen blijven in een sterke groep) stapte de Israëlische bondscoach Avram Grant op.[65] Ierland had kans boven Zwitserland en Israël te eindigen, maar was na het doelpuntloze gelijkspel tegen Zwitserland uitgeschakeld[66] en bondscoach Brian Kerr moest vertrekken bij het Ierse team[67] Zwitserland plaatse zich voor de Play Offs en moest het opnemen tegen Turkije.
Na twee onsuccesvolle toernooien onder Giovanni Trapattoni stelde ItaliëMarcelo Lippi aan als opvolger, Lippi was in het verleden erg succesvol als trainer van Juventus.[68] Na twee overwinningen verloor Italië verrassend met 1-0 van Slovenië,[69] waarna het ex-Joegoslavische land de leiding in de groep overnam. Slovenië zou in het verdere verloop van de cyclus ver terugvallen, Italië verloor alleen nog punten in de uitwedstrijden tegen Schotland en Noorwegen en na een 1-0 overwinning op Slovenië plaatste Italië zich vrij simpel voor de eindronde.[70]
De strijd om de tweede plaats was een strijd tussen een aantal wisselvallig spelende landen, Noorwegen won op de vierde speeldag met 3-0 van Slovenië en beide landen stonden in juni 2015 gelijk met negen punten uit zes wedstrijden, twee meer dan Wit Rusland en drie meer dan Schotland, dat pas op de zesde speeldag zijn eerste overwinning behaalde. Noorwegen leek Slovenië definitief af te schudden na een 2-3 zege in de uitwedstrijd,[71] maar na een onverwachte zege van Schotland in de uitwedstrijd tegen Noorwegen was de strijd om de tweede plek weer volledig open.[72] Uiteindelijk was het in de negende speeldag beslist: Noorwegen won van Moldavië, terwijl Slovenië en Schotland hun wedstrijden verloren.[73] Noorwegen moest nu in de Play-Offs spelen tegen Tsjechië.
Nadat Engeland en Polen elkaar in de vorige twee kwalificatie-cyclussen niet tegenkwamen, werden beide landen weer bij elkaar geloot, tussen 1990 en 2000 speelden ze maar liefst tien keer tegen elkaar in een WK-of EK kwalificatiereeks. Engeland speelde zijn eerste wedstrijd tegen Oostenrijk, was sterker dan de thuisclub, nam een 0-2 voorsprong, maar tussen de 71e en de 73e minuut scoorden de Oostenrijkers twee maal: 2-2, mede dankzij een slippertje van doelman David James.[74] Vier dagen later maakte Engeland alles goed door met 1-2 te winnen van Polen dankzij een eigen doelpunt.[75]
Engeland en Polen waren superieur in deze groep en wonnen alle wedstrijden. In de achtste speeldag verloor Engeland de koppositie door verrassend met 1-0 van Noord-Ierland te verliezen, de eerste overwinning van Noord-Ierland op Engeland sinds 1972.[76] De Engelse pers eiste meteen ontslag van coach Sven-Göran Eriksson ondanks de naderende kwalificatie.[77] Op de negende speeldag werd Oostenrijk met 1-0 verslagen ondanks een rode kaart van David Beckham,[78] op de laatste speeldag werd kwalificatie definitief veilig gesteld na een 2-1 zege op Polen.[79] Polen won alle wedstrijden buiten de wedstrijden tegen Engeland om en plaatste zich als een van de twee beste landen, die als tweede eindigde in zijn groep voor het WK.
België had het EK in Portugal gemist, het had een mindere lichting en begon de kwalificatie beroerd, na een 1-1 gelijkspel tegen Litouwen werd er met 2-0 van Spanje verloren. Feyenoorder Bart Goor werd uit het veld gestuurd na een spuwincident[80] en werd voor vijf wedstrijden geschorst .[81] Na een volgende nederlaag, nu tegen Servië en Montengro stond België meteen op een grote achterstand.[82] Aan het einde van het jaar stonden Servië en Montenegro en Litouwen bovenaan met respectievelijke tien en acht punten uit vier wedstrijden, de stand was wel vertekend, omdat beide landen al twee keer tegen zwakke broeder San Marino hadden gespeeld. Spanje had al punten verspeeld in de uitwedstrijden tegen Bosnië en Herzegovina[83] en Litouwen[84] en stonden met vijf punten uit drie wedstrijden op de derde plaats.
Servië en Montenegro behield zijn koppositie door twee thuiswedstrijden doelpuntloos gelijk te spelen tegen Spanje en België,[85] waardoor de Rode Duivels met vier punten achterstand nog steeds op gepaste afstand bleef op Servië en Montenegro en Spanje. Spanje won met 1-0 van het nog steeds kansrijke Litouwen, maar kwam tegen het ook nog kansrijke Bosnië en Herzegovina niet verder dan 1-1,[86] Spanje scoorde in de slotminuut en stond wanneer het seizoen sloot één punt voor op Servië en Montenegro (13 uit 7), maar had wel één wedstrijd meer gespeeld.
In september pakte Servië en Montenegro weer de koppositie door met 2-0 van Litouwen te winnen,[87] voor België werd plaatsing bijna onmogelijk na een 1-0 nederlaag tegen Bosnië en Herzegovina.[88] Spanje kon de koppositie weer overnemen door in een rechtstreeks duel te winnen, kwam met 1-0 voor door een doelpunt van Raúl, maar een doelpunt van Kežman diep in de tweede helft zorgde dat Servië en Montenegro zijn twee punten voorsprong behield,[89] Bosnië en Herzegovina stond derde en had één punt minder dan Spanje, België drie.
Op de voorlaatste speeldag was België definitief uitgeschakeld, het verloor in eigen huis met 0-2 van Spanje door twee doelpunten van Fernando Torres,[90] voor de eerste keer sinds 1978 waren de Rode Duivels niet aanwezig op een WK. Op de beslissende speeldag haalde Servië en Montnegro definitief de ticket voor het WK door het nog kansrijke Bosnië en Herzegovina met 1-0 te verslaan, Kezman scoorde al na vijf minuten en de zege kwam niet meer in gevaar,[91] Spanje eindigde op de tweede plaats en moest in de Play-Off tegen Slowakije spelen. Het zal de laatste zijn keer dat Servië en Montenegro onder deze naam een WK zou halen, vlak voor het WK werd Montenegro een onafhankelijk land.[92]
In deze groep waren Kroatië en Zweden verreweg de beste landen, de belangrijkste concurrenten Bulgarije en Hongarije waren te ver teruggevallen om serieus mee te dingen naar het WK. Kroatië speelde drie keer gelijk, maar won beide wedstrijden met Zweden met 0-1, in beide wedstrijden scoorde Darijo Srna het winnende doelpunt.[93] Beide landen eindigden gelijk, maar omdat Kroatië beter presteerde in de onderlinge wedstrijden werd Kroatië groepswinnaar, als een van de beste nummer twee plaatste ook Zweden zich rechtstreeks voor het WK.[94]
De landen die tweede eindigden werden gerangschikt volgens het aantal punten die ze behaalden. Voor de ploegen uit de groepen met zeven teams werden de resultaten tegen de zevende weggelaten. Zweden en Polen hadden meest punten behaald en plaatsen zich rechtstreeks. De andere landen moesten een play-off spelen.
Op 14 oktober 2005 werd in het FIFA-hoofdkwartier in Zürich een trekking gehouden die elke ploeg uit Pot 1 paarde aan een ploeg uit Pot 2. Een tweede trekking bepaalde de volgorde van de heen- en terugmatchen. De wedstrijden werden gespeeld volgens het systeem van rechtstreekse uitschakeling, waarbij de regel van uitdoelpunten geldt, met eventuele verlengingen en strafschoppenreeksen. De winnaars mogen naar het wereldkampioenschap. De zes resterende landen werden over twee potten verdeeld, gebaseerd op de FIFA-wereldranglijst van september 2005.
Spanje had in de kwalificatie-ronde veel moeite met Oost-Europese tegenstanders (slechts één zege in zes wedstrijden), maar tegen Slowakije had de ploeg geen moeite de tegenstander op te rollen: 5-1, Luis García scoorde drie doelpunten.[95] In de return bleef Spanje makkelijk overeind en plaatste zich voor het WK. Voor de beslissende wedstrijden tegen Noorwegen stelde Pavel Nedved zich weer voor het Tsjechisch team.[96] De Tsjechen schakelde het weer als vanouds defensieve Noorwegen uit met twee overwinningen van 1-0 en plaatste zich voor de eerste keer als zelfstandig land voor een WK.[97]
Spannend was wel de strijd tussen Turkije en Zwitserland. Zwitserland nam in eigen huis een stevige voorschot op de WK-ticket door met 2-0 te winnen. Er volgde echter nog een heet avondje in Istanboel, na een benutte strafschop van Alexander Frei kwam Zwitserland snel op rozen te zitten. Turkije knokte zich terug in de wedstrijd en kwam op een 3-1 voorsprong met nog ruim op een half uur te spelen. Een doelpunt van Marco Streller in de 84e minuut leek de Turken definitief uitgeschakeld te hebben, maar nadat Tuncay Şanlı zijn derde doelpunt van de avond maakte zette Turkije nog aan voor een daverende stunt, Zwitserland hield echter stand.[98] De druiven waren voor de Turken zuur en de Zwitsers kregen rake klappen in de catacomben.[98]Stéphane Grichting moest zelfs opgenomen worden in het ziekenhuis na een harde trap in zijn kruis.[99] Fifa-voorzitter Sepp Blatter dreigde Turkije te schorsen voor het volgende WK,[100] uiteindelijk moest Turkije zes wedstrijden spelen zonder publiek.[101]
↑Albanië moest de thuiswedstrijd tegen Georgië zonder publiek spelen vanwege de gewelddadigheden in de wedstrijd tegen Oekraïne.
↑Georgië moest 2 wedstrijden zonder publiek spelen als straf voor de gewelddadigheden bij de wedstrijden tegen Griekenland en Turkije. De wedstrijd tegen Oekraïne op 3 september 2005 werd daarom gespeeld zonder publiek.
↑Georgië moest 2 wedstrijden zonder publiek spelen als straf voor de gewelddadigheden bij de wedstrijden tegen Griekenland en Turkije. De wedstrijd tegen Kazachstan op 8 oktober 2005 werd daarom gespeeld zonder publiek.